Snap jij het nog? Tutti Box legt basisschoolstof uit voor ouders. Praktische uitleg, herkenbare voorbeelden en tips voor thuis.
Spelling draait om het goed kunnen opschrijven van woorden. Niet alleen om letters in de juiste volgorde zetten, maar ook om het herkennen van klankpatronen, regels en uitzonderingen. Spelling is technisch, maar ook creatief: hoe beter je kind woorden leert spellen, hoe makkelijker het zijn of haar gedachten op papier zet.
Begrijpend lezen betekent: snappen wat je leest. Het gaat dus niet alleen om het ontcijferen van woorden, maar vooral om het begrijpen van de boodschap, de bedoeling en de verbanden in een tekst. Dat maakt het één van de belangrijkste vaardigheden op school — én in het leven.
Kinderen met een grote woordenschat begrijpen beter wat ze lezen en horen. Ze kunnen zich beter uitdrukken, verhalen vertellen, vragen stellen en uitleg geven. Woordenschat groeit niet vanzelf: kinderen moeten nieuwe woorden horen, begrijpen, onthouden én durven gebruiken.
Voordat kinderen kunnen leren lezen en schrijven, moeten ze eerst de klanken in woorden kunnen herkennen en koppelen aan letters. Dat begint al in groep 1 en 2 met spelletjes als hakken en plakken, rijmen en klanken herkennen. In groep 3 groeit dit uit tot het leren van alle letters en het vormen van woorden.
Kinderen leren met keer- en deelsommen rekenen in groepjes: hoeveel keer komt iets voor, of hoe verdeel je iets eerlijk? Deze vormen van rekenen zijn essentieel voor het dagelijks leven én de basis voor latere wiskundige inzichten.
Kinderen leren met plus- en minsommen hoeveel erbij komt of hoeveel eraf gaat. Dit is de basis van het rekenonderwijs en begint al vroeg, vaak met tellen op de vingers of met blokjes. In de hogere groepen wordt het steeds abstracter, maar de basis blijft: hoeveel is het samen, of wat blijft er over?